DE AANKOOP VAN WANDELSCHOENEN
Wat er bij het pasproces van wandelschoenen zoal aan de orde kan komen
Welke wandelschoen je moet kopen, hangt af van het gebruik: waar wil je de schoenen voor gebruiken, wat wil je ermee gaan doen? Moeten de schoenen stevig en waterdicht zijn omdat je die in natte gebieden gaat gebruiken of moeten ze juist zeer soepel en ademend zijn omdat je ze op gebaande paden in de stad en in het bos wilt gebruiken of moeten het een schoen zijn die daar juist weer tussenin zit. Als we dat te weten zijn gekomen dan pakken we diverse bijpassende modellen en ga je passen. Hieronder staan nog wat zaken die tijdens het pasproces aan de orde komen.
De maat
Een wandelschoen moet ‘zo groot mogelijk’ worden gekocht, maar let er wel op dat de schoen goed om de hiel moet aansluiten (niet slippen) en ook goed rondom de wreef moet aansluiten. Dat extra overschot bij de tenen is noodzakelijk omdat de voeten door het intensieve gebruik zullen uitzetten en ook bij het berg-aflopen moet je niet met je tenen tegen de voorkant aankomen. Als je twijfelt over de juiste maat van een bepaalde schoen, wandel dan met de diverse maten een stukje door de winkel. Zijn je voeten niet even lang, ga dan uit van de je langste voet. Koop bij twijfel altijd het grootste paar.
De pasvorm
Ga na of je drukpunten voelt bij het passen. Plaatsen waar dat het meeste voor kan komen, zijn bij de kleine teen, aan beide zijden van de voorvoet ter hoogte van de bal, op de wreef en op de hiel. Wanneer je de drukpunten al meteen bij het aantrekken voelt, kun je beter verder zoeken naar een ander paar. Voeten zetten immers wat uit tijdens het lopen, waardoor de druk alleen maar groter wordt. Kijk goed hoe het leer buigt boven je tenen als je je voet afwikkelt. Voelt het alsof je tenen worden afgesneden, dan is er te veel ruimte boven je tenen. Dit probleem kan opgelost worden door een extra binnenzooltje of een voorvoetsupplement in de schoenen te leggen of een ander paar schoenen te pakken. De hiel van je voet moet min of meer worden gefixeerd in de schacht van de schoen. Schuif je bij elke stap op en neer in de schoen, dan kun je rekenen op blaren en op zeer weinig Wandelplezier. Let erop dat de veters overal goed zijn aangetrokken. Bedenk dat wandelschoenen gewoon ‘lekker’ aan je voeten moeten zitten. Als je ze ingelopen hebt, zitten ze nog beter.
Het inlopen
Wandelschoenen moet je altijd inlopen. Schoenen moeten zich altijd vormen naar je voeten. Niet alleen het bovenwerk, maar ook de inlegzool en het loopvlak van de schoenen zullen zich naar je voeten gaan zetten. Als de schoenen soepel zijn, gaat dat snel, maar als het bovenwerk van stevig leer is, heb je wel een flink aantal wandeldagen nodig. Onze softwalkers daarentegen zijn over het algemeen zeer snel ingelopen, maar die lijken qua maakwijze dan ook heel erg sterk op de soepele hardloopschoenen.
De gebruikstijd
Hoe lang je met wandelschoenen doet, hangt af van hoe intensief je ze gebruikt en hoe je ze onderhoudt. Zwakke plekken van de schoenen zijn de stiksels, de zolen en de haakjes voor de veters. Als je de schoenen ‘dag en nacht’ aan hebt, soupeer je de gehele gebruikstijd binnen een jaar op. Wandelschoenen moeten ook kunnen ‘rusten’. Koop dus altijd een tweede paar als je ze zeer veel gebruikt. Softwalkers, A-schoenen en A/B-schoenen worden tegenwoordig veelal voor dagelijks gebruik gekocht (actieve vrijetijdsbesteding e.d.) Loop nooit té lang door op je wandelschoenen. Koop tijdig een nieuw paar. Dat zal je Wandelplezier op het vereiste peil houden.
ATTENTIE!
WANDEL ALTIJD MET EEN FUNCTIONELE WANDELSOK, WANT:
- DE WANDELSOK VULT ALLE RUIMTES OP TUSSEN VOET EN SCHOEN
- DE WANDELSOK WERKT DAARDOOR PASVORMBEVORDEREND
- DE WANDELSOK HOUDT JE VOETEN DROOG, EN
- DE WANDELSOK VOORKOMT BLAREN